02.07.2013, Ivo Schot

Geld Regeert (deel 3)

Als de olie industrie zou moeten opdraaien voor de echte kosten die ze maken, zouden ze binnen de kortste keren failliet zijn. De eerste oplossing voor dit probleem is bedacht door Dr James Hansen. Hij stelt een Carbon Tax voor. Een belasting die word geheven op alle producten die CO2 bevatten. Omdat het natuurlijk niet realistisch en politiek haalbaar is om deze kosten meteen op te leggen, zal deze belasting jaarlijk worden verhoogd. Vanaf een bepaald punt zal de marktwerking het overnemen en zo het probleem oplossen. De kosten van fossiele brandstoffen worden dan zo hoog dat de vraag naar alternatieve energiebron snel zal worden vervuld. Je kunt je natuurlijk wel afvragen of er snel genoeg een politiek draagvlak zal zijn voor deze oplossing? Het tweede idee komt ongeveer uit dezelfde hoek. Bill Mckibben preekt met zijn organisatie 350 (http://350.org) voor iets dat hij divestment noemt. Het idee is simpel. Wereldwijd zijn er heel veel bedrijven, universiteiten en instituten die aandelen hebben in oliemaatschappijen. 350 roept mensen op om dit probleem bij hun eigen organisatie, school of bedrijf aan de kaak te stellen. Haal het geld weg bij de oliemaatschappijen en investeer in schone vormen van energie. In Amerika zijn er al veel universiteiten bezig met dit proces. Ook in Nederland zijn de eerste stappen al gezet. Zo heeft de VU in Amsterdam dankzij bezorgde studenten al hun investeringen uit de fossiele industrie gehaald. Hetzelfde principe heeft eenmaal eerder in de geschiedenis zijn effectiviteit bewezen, toen wereldwijd mensen al hun financiële banden verbraken met het Zuid-Afrikaanse apartheid regime. Het idee is natuurlijk simpel: hoe minder geld de olie industrie heeft hoe zwakker hun positie wordt en hoe makkelijker het wordt om schonere vormen van energie op een grotere schaal door te voeren. Dit proces zal natuurlijk ook het politieke draagvlak voor duurzame energie versterken. Wat als gevolg het plan van Dr Hansen een stuk realistischer maakt. Dit kan de eerste stap zijn die leidt tot een sneeuwbaleffect. Het allermooiste aan dit idee is dat je als individu de strijd aan kan gaan met de grote olie industrie. Ben je lid van een kerk, studeer je op een universiteit, of werk je bij een bedrijf? Je kan het initiatief nemen om jouw organisatie te motiveren om haar geld beter te investeren. Zo kan iedereen een kleine bijdrage leveren aan de afbreuk van de huidige status quo. Uiteindelijk wordt het zo ook een moreel vraagstuk. Wanneer ons collectief bewustzijn doordrenkt raakt van het idee dat we op de afgrond afstevenen, en de olie industrie hierbinnen de grootste boosdoener is, kunnen we het niet meer maken om hier een financiële bijdrage aan te leveren. Geld regeert en wij hebben geld als water. 

31.05.2013, Ivo Schot

Geld Regeert (deel 2)

Bij de laatste klimaattop in Kopenhagen konden alle landen het maar over een ding eens worden. De aarde mocht niet meer opwarmen dan 2 graden celcius. Wetenschappers hebben uitgerekend dat we maximaal 565 gigaton aan CO2 kunnen uitstoten om een kans te hebben dat we deze 2 graden opwarming van de aarde niet overschrijden. Als we doorgaan op hetzelfde tempo hebben we deze overschrijding over vijftien jaar al gehaald. Het meest alarmerend idee is dat de olie-industrie gezamenlijk nog 2795 gigaton in hun reserves hebben. Dit is vijf keer zoveel dan de norm die zelfs de meest conservatieve landen hanteren. Wie gaat deze oliemaatschappijen tegenhouden om dit niet allemaal te verbranden? De vijf grootste oliemaatschappijen verdienen jaarlijks samen 132 miljard dollar, dat is 395 miljoen dollar per dag. Ze ontvangen 6.6 miljoen dollar per dag aan belastingvoordelen van de Amerikaanse regering. Ze besteedde 440.00 dollar per dag aan politieke partijen. Hun enige motivatie is om de huidige status quo in stand te houden. Dankzij hun financiële macht kunnen deze bedrijven veel meer maken dan wie ook. Hun politieke invloed is enorm en verlamt belangrijke machthebbers om echt grote stappen te zetten. Daarnaast tonen de oliemaatschappijen nog weinig animo om mee te werken aan de oplossing. Zo investeren ze gemiddeld 100 miljoen dollar per dag aan het zoeken van nieuwe boorlocaties. Een aantal jaar geleden heeft BP schijnbaar een goede stap in de juiste richting gezet. Ze hadden aangekondigd dat de letters van hun naam niet langer zouden staan voor: British Petroleum, maar voor Beyond Petroleum. Daarbij hebben ze een hele divisie op het gebied van duurzame energie opgericht. Na een aantal jaren zonnepanelen op tankstation te hebben geïnstalleerd, is de divisie in stilte verkocht. Precies om deze reden moeten we hier wat aan gaan doen. We moeten niet langer accepteren dat onze toekomst in de handen ligt van een kleine groep mensen die zichzelf alleen maar wil verrijken. We moeten deze mensen verantwoordelijk stellen voor de vervuiling van onze planeet. Het zijn ook de enige bedrijven ter wereld die niet hoeven te betalen voor hun afval. Ze pompen het op grote schaal de atmosfeer in. Een deel van de rekening betalen wij nu in de vorm van onze energierekening. Het grootste gedeelte, dat zij over onze rug verdienen, gaan wij de komende 50 jaar terug betalen. We staan aan de zijlijn toe te kijken en we laten ons dit gewoon overkomen. Simpelweg omdat we geloven dat we er toch niks aan kunnen veranderen. Wat moeten wij nou beginnen tegen zulke rijke grootmachten? Geld regeert en de olie industrie heeft geld als water.

13.05.2013, Ivo Schot

Geld Regeert (deel 1)

In de atmosfeer van onze aarde is de aanwezigheid van CO2 erg belangrijk. Zonder CO2 of andere broeikasgassen zou leven op onze planeet onmogelijk zijn. De hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer wordt uitgedrukt in delen per miljoen. Dit betekent simpelweg hoeveel delen CO2 aanwezig zijn per miljoen moleculen. Een onderzoek van de NASA geleid door Dr James Hansen stelt dat als de mensheid een planeet wil behouden die vergelijkbaar is met die waarop de beschaving werd gebouwd, en waaraan het leven op aarde is aangepast, de CO2-waarde op zijn hoogst op 350 delen per miljoen mag liggen. Op dit moment is de CO2-waarde in de atmosfeer 389 delen per miljoen. Het idee is dat als we deze waarde niet zo snel mogelijk zien te stabiliseren we een tipping point bereiken. Een punt waarop de veranderingen aan de aarde zo ingrijpend zijn, dat er geen weg meer terug is. De gevolgen hiervan zijn nu al zichtbaar. 2012 was het warmste jaar sinds de mensheid de temperatuur bijhoudt. 
De weersomstandigheden zullen alleen maar extremer worden. Denk hierbij aan overstromingen, droogte en zware stormen. De beschaving zoals wie die kennen staat hier op het spel. We putten de voorraden van de planeet in een hoog tempo uit. Uiteindelijk zal dit proces leiden tot een voedselcrisis, waterschaarste en een energiecrisis. Hierbij zullen waarschijnlijk de allerarmsten van onze planeet als eerste aan het kortste eind trekken, met alle humanitaire gevolgen van dien. Bovendien omdat ons hele verdien model is ingericht op olie zal het ook leiden tot een economisch crisis. Waarbij de huidige crisis kinderspel zal zijn. We staan als het ware aan de vooravond van een keerpunt in de geschiedenis. 
Ik neem aan dat iedereen bekend is met dit verhaal. Sterker nog we zijn zelfs bekend met de oplossing. Alternatieven vormen van energie zijn er genoeg. We missen alleen nog steeds teveel daadkracht en investeringen. Er zijn ontzettend veel positieve ontwikkelingen op het gebied van duurzame energie. Toch zijn de grootste machthebbers in de wereld verkeerd bezig. Regeringen en bedrijven investeren nog steeds op grote schaal in oliemaatschappijen, die op hun beurt het onderste uit de kan proberen te schrapen. De dorst naar zwart geld leidt tot extreme manieren van winning. Mountaintop removal waarbij hele bergen worden opgeblazen zijn wettelijk acceptabele manieren van oliewinningen. Om maar te zwijgen van de diepzeeboringen die bijvoorbeeld in 2010 tijdens die BP olieramp in de golf van Mexico tot een ecologische ramp leiden. Om de klimaatproblematiek goed aan te pakken moeten we het probleem bij de wortel zien af te snijden. We moeten een manier vinden om de financiële en politieke macht van de olielobby in te perken. Geld regeert en de olie industrie heeft geld als water.

22.04.2013, Ivo Schot

Herhaal stap 1

In een poging om zo duurzaam mogelijk te leven moeten we misschien ook eens praten over de minder schone aspecten van ons leven. Hoewel we al jaren lang van alles en nog wat recyclen, gebruiken we nog steeds op grote schaal toiletpapier. Slechts een op de vijf rollen in Europa is gemaakt van gerecycled papier. Dit betekent dat wij met z’n allen heel wat bomen gewoon door het toilet spoelen. Het schijnt dat we dagelijks 22.000 meter papier doorspoelen hier in Nederland. Ongeveer 65% van het toiletpapier dat we gebruiken wordt gerecycled. Toch is dit niet zo duurzaam als je zou denken. Voordat we opnieuw onze billen kunnen afvegen met dit papier moet het grondig gereinigd worden. Dit chemische proces is een enorme aanslag op het milieu. Vaak is het meest zachte en dikke papier de grootste boosdoener. Toch is dit een praktijk waar geen haan naar kraait. Ik heb nog nooit van iemand gehoord die vrijwillig slecht papier gebruikt om het milieu te steunen.
Gelukkig zijn er wel een aantal alternatieven op de markt. Om de beginnen bestaat er zoiets als cradle to cradle toiletpapier. Santino Black is volledig gerecycled papier. Deze wordt vervaardigd zonder het gebruik van chemicaliën. Daarnaast is voor de productie van papier veel water en energie nodig. De makers van Santino Black zijn in staat door het bezit van een eigen waterzuiveringsinstallatie de uitstoot van Co2 en het water verbruik laag te houden. Er hangt wel een prijskaartje aan poepen met een schoon geweten. Een doos van 24 rollen kost namelijk € 60.20. Daarnaast bestaan er ook een aantal fabrikanten die toiletpapier van alternatieve producten maken. Zo bestaan er rollen gemaakt uit bamboe of stro. Ook dit schijnt beter te zijn voor het milieu. Toch blijken deze producten minder populair te zijn bij de consument. Voornamelijk omdat mensen bang zijn dat het gewoonweg niet lekker veegt. Bij twijfel laten mensen het toch liever in de schappen staan en kiezen ze voor wat ze vertrouwen: Chemisch gebleekt papier en bij voorkeur bestaande uit zoveel mogelijk lagen.
Het laatste alternatief is natuurlijk het niet gebruiken van toiletpapier. Voor ons beschaafde westerlingen klinkt dit natuurlijk als een absurd idee. Toch is toiletpapier een relatief moderne uitvinding. Lange tijd was het zelfs gebruikelijk om je eigen blote vinger te gebruiken om te boel lekker schoon te vegen. In de regel ging het dan om de linkerhand. Vandaar dat het tot de dag van vandaag de norm is je rechterhand aan te reiken wanneer je iemand ontmoet. De logische keuze zal dan vallen op een toiletdoek. Als je wilt kun je deze dan combineren met het gebruik van een bidet. Het enige was je nodig hebt is een grote lading doeken en een hermetisch afsluitbare bak. Omdat mij ik realiseer dat dit nieuw is voor ons allemaal zal ik even het stappenplan toelichten: 1. Lekker poepen 2. Je billetjes wassen 3. De boel droogdeppen 4. Het vieze doekje in de hermetisch afsluitbare bak dumpen 5. Aan het einde van de week al je doekjes wassen 6. Herhaal stap 1.

03.04.2013, Ivo Schot

De macht van cijfers

Soms vind ik het erop lijken dat we in een prestatiegerichte maatschappij zijn beland die enkel zijn succes kan uitbeelden in cijfers. De consequentie is dat alles dat niet meetbaar is onbelangrijk is geworden. Het enge hieraan vind ik dat cijfers vaak gepresenteerd worden als onbetwistebare feiten. Vaak blijkt achteraf dat niets minder waar is. Het lijkt alsof we allemaal doordrenkt zijn van het idee dat er altijd maar groei moet zijn. Persoonlijke groei en economische groei zijn het belangrijkst en stilstand is funest. Hoewel er niks mis is met een beetje zelfontplooiing lijkt het soms alsof we de rem al jaren geleden hebben kapot getrapt.
Het probleem is volgens mij dat we niet worden uitgedaagd om anders na te denken. Van onze ouders krijgen we vaak te horen dat het leven maakbaar is zolang we maar heel hard werken. Daarna brengen we de eerste twintig jaar van ons leven op school door waar we constant getest worden op onze kwaliteiten. Als je de mazzel hebt om op een HBO-instelling onderwijs te genieten krijg je ook nog te maken met competentie gericht onderwijs. Hoewel het achterliggende idee opnieuw goed bedoeld is laat de uitwerking nogal wat te wensen over. Opnieuw leer je dat succes alleen meetbaar is in cijfers. Als we goed hebben leren netwerken kunnen we uiteindelijk opnieuw gaan presteren binnen de muren van een ander gebouw. Soms ben ik een beetje bang dan we een hele generatie eenzijdige op winst beluste individuen aan het opvoeden zijn. We zijn immers allemaal een eigen persoon die zijn eigen identiteit moet vinden en het liefst daarbij zo rijk en succesvol mogelijk moet worden. Dit beeld van succes is opnieuw alleen uit te drukken in termen van cijfers.
Ik denk dat de financiële crisis maar ook de aankomende energiecrisis gedeeltelijk een resultaat zijn van deze mentaliteit. Hoewel onze bedoelingen goed zijn proberen we deze problematiek met dezelfde mentaliteit op te lossen. We geloven er heilig in dat als we maar voldoende rapporten schrijven met voldoende cijfers we vanzelf meer grip op de situatie gaan krijgen. Als dingen in de soep lopen kunnen we er altijd meer geld tegenaan gooien.
In mijn ogen zit duurzaamheid juist vaak in zaken die we niet kunnen meten. Het is niet alleen een nieuwe mentaliteit en een frisse wind, maar ook een alternatieve wereldvisie. Het hogere doel zou dan misschien moeten zijn stabiliteit te creëren in plaats van groei. 

Deze site is opgezet en beheerd door de KSI Stichting. Het doel is het voeren van een discussie over thema's die centraal staan in de Routledge Sustainability Transitions boekenserie. Discussies worden gestart met blogs van redacteuren en auteurs. Webeditor is Johan Schot. Gastbloggers zijn welkom. Neem hiervoor contact op met ons. lees verder>
webshop >

Transitions to Sustainable Development

door John Grin, Jan Rotmans, Johan Schot, in collaboration with Frank Geels and Derk Loorbach

This recent study, published by Routledge, presents and combines three perspectives on transitions to a sustainable society: complexity theory, inn

ga naar boekenpagina >